Musée Gustave Moreau

Op bezoek bij kunstenaars in Parijs In Parijs staan tal van huizen en ateliers van beroemde, overleden kunstenaars open voor het publiek. Laten we er enkele samen bezoeken

Gustave Moreau Een leven als een kluizenaar
Het is kerstavond 1862. De Franse schilder Gustave Moreau (1826-1898) denkt aan de dood en aan wat er met zijn schilderijen zal gebeuren wanneer hij er niet meer is. Niet bepaald vrolijke gedachten om onder de maretak uit te spinnen voor een 36-jarige. Misschien komt het omdat hij net zijn vader verloren heeft of denkt hij aan zijn zus die op veertienjarige leeftijd overleed. Het verlangen groeit om ervoor te zorgen dat er een museum komt waarin zijn oeuvre hem zal overleven. De laatste twee jaar van zijn leven zal hij volledig wijden aan de verwezenlijking van deze droom. Maar zover is het nog niet.
Muren vol herinneringen Gustave koestert een grote liefde voor zijn moeder, met wie hij jarenlang samenwoont. Wanneer ze blind wordt, beschrijft hij haar liefdevol zijn schilderijen. Haar salon wordt na haar dood zijn slaapkamer. Ik sta in Parijs, 14 rue de la Rochefoucauld, in dat salon. Een klein portret van Gustave, van de hand van Edgar Degas, hangt er aan de muur. Het boudoir, ooit het werkterrein van zijn vader, een architect, heeft de schilder volgestouwd met herinneringen, waaronder een portret, aan een andere geliefde vrouw, zijn vriendin Alexandrine Dureux. Rond die relatie heeft altijd een waas van mysterie gehangen. Het is ter ere van haar dat hij Orphée pleurant sur la tombe d’Eurydice schildert. Zijn dagboeken heeft hij vrijwel allemaal verbrand. In zijn ontvangstkamer hangen de wanden nokvol met kopieën van oude meesters die hij tijdens zijn reis naar Italië (1857- 1859) en in het Louvre heeft gemaakt. Nu zitten leerlingen van de academie er hem te kopiëren.

Een huis in dienst van de kunst
Hij leeft als een eremiet, schildert onafgebroken en af en toe weerklinkt zijn mooie tenorstem in het stille huis. In 1895 laat hij de tweede en derde verdieping grondig verbouwen tot ruime ateliers, die nu als heuse prentenkabinetten me midden in zijn oeuvre droppen. Het noorderlicht schijnt op de grote werken die per drie boven elkaar hangen. Als ik de gordijntjes onder het raam wegschuif, komen luiken tevoorschijn waarachter ik, in glas gevat, voorstudies ontdek. Duizenden uitgetekende details bewijzen hoe hij alles bestudeert en ontleedt. In een vitrine staan modellen in was.

Zijn inspiratiebronnen
Zijn onderwerpen, die hij op symbolische wijze en met veel verbeeldingskracht uitwerkt, put hij voornamelijk uit de Griekse en Romeinse mythologie en uit de Bijbel. Metershoge doeken staan vol centauren, godheden, mythische vrouwen zoals Leda en Salome en geheimzinnige figuren in de meest intrigerende composities. Een schitterende wenteltrap leidt naar nog een verdieping met onder andere kabinetten of kasten vol aquarellen. Ze zijn handig gevat in houten bladen met glas die je kan uittrekken, momenteel helaas gesloten. Hij heeft ze speciaal laten ontwerpen voor ‘zijn’ museum, zoals hij trouwens heel de inrichting heeft georkestreerd. Echt uniek. Het doek Jupiter et Semele trekt meteen de aandacht door de blauwe accenten, het hangt tussen twee portretten van Moreau op verschillende leeftijd.

Zijn testament
In 1898 geeft Gustave de geest in de kamer waar ook zijn moeder overleed. Vijf jaar na zijn dood, in 1903, worden de deuren van het museum met zo’n zesduizend werken opengesteld voor het publiek. En er zitten er nog duizenden in de reserve. Hij kon niet scheiden van zijn werk en verkocht niet graag. Het huis en de collectie zijn overgemaakt aan de staat, op voorwaarde dat er niets aan verandert. Huysmans beschrijft in À rebours (Tegen de keer) de manier waarop de kaders in de woonkamers hangen in 1884. Het is nog steeds de identieke opstelling. Het huis ademt zijn geest uit. Het is alsof Gustave elk moment de trap kan afdalen. Wanneer ik mijn ogen sluit, weerklinkt in mijn verbeelding zijn mooie stem doorheen het huis. Ik verlaat dit kunstkabinet met een gevoel van weemoed en de nood aan ‘un café crème’.

Musée Gustave Moreau
14 rue de la Rochefoucauld Parijs
Website >>>>

Tekst en foto’s: Chris Rachel Spatz

Geef een reactie