La Bièvre in Parijs – wandeling (2)

Wandeling 2 langs de sporen van de Bièvre begint bij  métro Place d’Italie, lijnen 5, 6 en7 of bus 67 vanaf bijv.Châtelet tot Verlaine om midden op de Butte aux Cailles uit te komen. Vanaf de verschillende métrolijnen loop je langs de rue Bobillot tot aan Place Paul Verlaine. Vanaf Châtelet (métro’s 1, 4, 7, 11 en 14) tot aan halte Verlaine tot op het plein P. Verlaine.

 

 

 

 

 

 

Hoewel de butte aux Cailles niet onmiddellijk aan een van de armen van de Bièvre grensde maar eromheen liep in de vallei, heeft het riviertje ook hier haar invloed gehad. Op het plein is een watertappunt ter hoogte van een artesische put op meer dan 500 meter diepte. In 1863 gaf Baron Haussmann toestemming de put aan te boren met als doel het verhogen van de waterkracht van de Bièvre vive  en tegemoet te komen aan de toenemende waterbehoefte van de (arbeiders)bevolking van het 13e arrondissement. Je kan er nu nog steeds je flessen vullen, zelfs met “bubbels” tegenwoordig. Het project voorzag in een aan te leggen verbinding met de Bièvre vive maar onderbroken door de Commune van Parijs (volksopstand met revolutionaire regering 18 maart 1871-28 mei 1871) werd de boring weer hervat in 1892 en bereikte het bekken in 1904 op een diepte van 582 meter, het water is op die diepte 28 graden. Het project Bièvre werd opgedoekt en er kwam in 1908 een badhuis (bain-douches} het toppunt van hygiène destijds, en in 1924  een zwembad, waar gebruik werd gemaakt van het water uit de put en nog steeds.  Het plein wordt omgeven door mooie gebouwen in de landelijke stijl van bebouwing rondom de Bièvre.

1924, 5 Place Paul Verlaine, architect Louis Bonnier.

historisch monument

 

 

 

 

 

We dalen de heuvel af via de rue de la Butte aux Cailles tot aan Place de la Commune de Paris

 

 

 

 

 

 

 

 

nu rechtsaf rue des Cinq Diamants in tot aan de rue Jonas en dan de trap af = rue Eugène Atget, beter af dan op, naar de Bd Auguste Blanqui.

aan weerszijden Jardin Brassaï

 

 

 

 

 

 

 

 

Beneden aangekomen zijn we in de wijk Croulebarbe op de Boulevard Auguste Blanqui tegenover métro Corvisart lijn 6, die hier in de openlucht rijdt. De beide Bièvres stroomden hier onderdoor. We gaan hier even linksaf  tot aan een park Mail de la Bièvre net voorbij rue Vergniaud. Hier stroomde de dode arm.

Helemaal aan de andere kant van het park is een Monoprix waar je via een trap aan de zijkant naar boven kan en dan ben je opeens weer vlakbij rue Daviel en omgeving (wandeling 1). Deze strook tot aan de rue de la Glacière werd in vroeger tijden in de winter overstroomd door de Bièvre en in verschillende vijvers en meertjes werd het dan gevormde ijs eruit gehakt en bewaard in ondergrondse putten en ijskelders (glacières) tot de zomer. Op 127 rue de la Glacière staat een leuk huis  uit 1904 van de architect P.J.Mérou.

En terug naar de boulevard via de rue de la Glacière. Steek de boulevard over en ga naar rechts tot aan nr. 80-74: het hoofdkantoor van de krant Le Monde, door architect Christian de Montzamparc tussen 2001-2005 verbouwd van een gemiddel kantoorgebouw uit de jaren 1970 tot dit glazen paleis, hierna volgt de rue Paul Gervais, een korte straat die precies de bedding van de dode arm volgt en vervolgens de rue Edmond Gondinet met hetzelfde verhaal wat betreft de levende arm. Tussen de 2 straten staat op nr. 72 een mooi herenhuis. ; beide straatjes komen uit op de rue Corvisart, waar op nr 61 een grote  voormalige mégisserie (zeemleerfabriek) staat. Deze wijk is het middelpunt van de vervuiling van de Bièvre : ververijen, leerlooiers, brouwers, slagers, wasvrouwen en bleeksters.En iedereen loost op de Bièvre!

We lopen de boulevard verder af tot nr 62 – 58 tot op de hoek met de rue Corvisart

Dan gaan we nu links de rue Corvisart in voor de mégisserie op nr. 61 met aan de overkant nog wat leuke huisjes en op de hoek met rue Paul Gervais een imposant schoolgebouw.

tegenwoordig Lycée Professionnel des Arts Graphiques (beroepsopleiding grafische kunst)

 

 

 

 

 

 

 

 

We zijn hier een paar stappen  van de ingang van het park Square René Le Gall op het Place de la Bergère d’Ivry, waar ook de Moulin de Croulebarbe stond, een belangrijke watermolen, aan de Bièvre vive. Het park is in 1936-38 ontworpen door de architect Jean-Charles Moreux en is niet opgehoogd. Hier lagen de moestuintjes van de arbeiders van de weverij-ververij van de familie Gobelin op het zogeheten Île aux Signes. We gaan hier de trappen af en lopen rechts langs de muur waarlangs de Bièvre vive liep, bovenop loopt de rue de Croulebarbe.

Een rosarium met pyramide, met stenen ingelegde panelen aan de zijkanten van de trappen( sculpteur Maurice Garnier) en waterpartijen die aan de Bièvre moeten herinneren maken dit park tot een  unieke plek. Het park is ingeschreven als historisch monument.

Verlaat het park bij de rue E. Deslandres

en ga rechtsaf naar de rue Berbier du Mets (heette ten tijde van de Bièvre Ruelle des Gobelins, waar de huizen aan de rand van het water van de Bièvre vive stonden. Deze hele rij huizen is opnieuw opgetrokken in de oude stijl met de rekken waaraan de huiden te drogen werden gehangen, dus hier waren de tanneries (leerlooiersbedrijfjes) en de mégisseries (zeemleerfabriekjes) gevestigd aan de achterkant van de grote Manufacture Royale des Gobelins aan de avenue des Gobelins. Je ziet hier ook de achterkant van de kapel van de manufacture.

 

 

 

 

 

 

 

op nr 8 van de straat zit een oude steen in de muur met de inscriptie n66 70t= 70 toises 4 p= 4 pieds, een oude lengtemaat voor het riviergedeelte, dat door de Manufacture werd onderhouden, zoals op de gravure te zien is. Op nr. 6 een kat op een kelderdeurtje.

 

 

Op nr. 1 staat Le Mobilier National, opslagplek voor alle meubilaire goederen inclusief het kleinste ornament of kunstvoorwerp, eigendom van de Franse Staat met ateliers voor reparatie, vernieuwing en wat dies meer zij. Een en ander vooral bedoeld voor inriching en opschik van de staatsgebouwen en ambassades. In 1934 kreeg architect Auguste Perret, zoals altijd bijgestaan door zijn broer Gustave, opdracht tot de bouw van dit immense gebouw, gebruikmakend van het ravijn dat ontstond na de overdekking van de Bièvre. De achterkant komt uit op het Square René Le Gall. Het gebouw – ook genoemd “Palais de Perret” – werd opgeleverd in 1936. Het pand is opgetrokken in gewapend beton. Het gebouw is een historisch monument.

Op de splitsing rue Berbier du Mets en rue de Croulebarbe staat op 33 van de laatste recht tegenover Le Mobilier de 1e wolkenkrabber van Parijs “Gratte-Ciel nr. 1” in 1960 ontworpen door architect Edouard Albert. Het gebouw is 65 m. hoog en de 1e toren in Parijs voor gebruik als woontoren. De dan technische nieuwigheden als gekruisde stalen palen bedekt met geprefabriceerde inoxpanelen zijn licht en economisch. De open 6e etage is niet esthetisch bedoeld maar aangelegd  als passerelle naar de rue Abel Hovelaque (bij Place d’Italie) over de sporen van de métro-garage. Het gebouw is ingeschreven als historisch monument. Iets verderop op 41-43 staat nog het Cabaret de Madame Grégoire, een van de uitspanninngen rondom de Bièvre.

 

 

 

 

 

 

We volgen nu verder de rue de Croulebarbe tot aan de avenue des Gobelins  waar op 42 de koninklijke Manufacture des Gobelins staat. Het begint in de 15e eeuw als Jehan Gobelin, afkomstig uit Reims, naar Parijs komt en een atelier als verver begint in de buitenwijk faubourg Saint-Marceau (tegenwoordig faubourg Saint-Marcel). Enkele tientallen jaren later verwerven zijn nakomelingen grote terreinen aan de oevers van de Bièvre, waarvan het water bekend staat als uitstekend voor het maken van verf. Als experts in het verven van linnen met scharlaken-rode verf worden de Gobelins al maar rijker, kopen titels en opdrachten, geven hun ambacht kleur en verbinden hun naam aan het door hen opgebouwde eigendom. Koning Henri IV heeft een ambitieus plan voor de ontwikkeling van manufactures voor tapijten etc. voor de Kroon, zodat niets zal worden verkocht aan het buitenland, waaraan hij en zijn hof zo een behoefte hebben. Dus installeert hij in de faubourg Saint-Marceau gebouwen, die gehuurd zijn van de nakomelingen van de ververs Gobelin, ateliers voor wandtapijten, geleid door 2 Vlamingen: Marc de Comans en François de la Planche. In 1662 neemt Colbert, minister van Louis XIV, de hele boel over voor de Kroon…….dit is de Koninklijke Manufacture des Gobelins. Al 4 eeuwen lang beroemd om zijn wandtapijten en tot op heden. In de manufacture is ook een museum ingericht. Ook dit gebouw is een historisch monument.

 

 

Vervolgens lopen we de avenue verder af tot aan de rue des Gobelins, waar je na een kort stukje naar links de rue Gustave Geffroy inslaat om uit komen op het terrein van het Château de la Reine Blanche. We zijn nog steeds in de directe ogeving van de Bièvre vive. Het bouwblok wordt begrensd door de rue des Gobelins, rue Berbier du Mets en rue Gustave Geffroy. De ingang is op 5 rue G. Geffroy. Je kan er niet zomaar in. Er zijn begeleide wandelingen mogelijk en meestal 1 x per jaar gratis tijdens de journées du Patrimoine (open monumentendagen) in het derde weekend van september. Ik heb mijn foto’s gemaakt in september 2011, dus er staan wel wat mensen op!

 

 

Het is maar de vraag of la Reine Blanche (Blanche van Castilië) hier ooit heeft gewoond, maar zeker is dat hier een ververij, mégisserie, leerlooierij gevstigd waren gezien de gravures die vooral rond de oude put waren opgehangen. Tegenwoordig worden de gebouwen bewoond in de vorm van een Vereniging van Eigenaren.

Terug naar het begin van de rue des Gobelins waar op nr. 3bis het Grande Maison van de Manufacture is gevestigd. Het is door midddel van verschillende binnenhoven verbonden met de Manufacture, maar heeft er zelf 2. Op een dag, 14 september 2011, stond het hek open dus……joepie! wel even gekeken waar de knop om er weer uit komen zat gelukkig maar want na de foto’s was het hek dus dicht. Officieel heet dit gebouw Hôtel Mascarini, gebouwd in de 17e eeuw; het is sinds 1928 ingeschreven als historisch monument! Op de 2e cour is een Evangelische kerk.

 

 

We zijn nu bijna aan het eind van wandeling 2: loop even terug naar de avenue en dan links en links tot de boulevard Arago waar tussen de nummers 12 en 14 de Bièvre vive stroomde, terwijl even verder de dode arm de rue Pascal overstak.

 

 

 

 

 

 

 

 

Om terug te gaan neem je op het kruispunt met de boulevard de Port-Royal métro Les Gobelins lijn 7  bv. naar Châtelet.

Wandeling 3 voert ons naar het 5e arondissement waar de twee Bièvres weer samenvloeien en via de Jardin des Plantes uiteindelijk in de Seine stroomt.

Geef een reactie