De Passage des Princes is een overdekte passage in het 2e arrondissement van Parijs tussen 5 Bd des Italiens en 97 rue de Richelieu. De passage is 80 meter lang en is gebouwd in 1860 onder de naam Passage Mirès naar de eigenaar van een bank die in 1859 het reizigershotel Hôtel meublé de l’Europe et des Princes had gekocht, een luxe hotel -een paleis met 40 kamers- waar o.a. Meyerbeer in 1835 nog heeeft gelogeerd, en de passage dwars door het gebouw en de tuin heeft laten aanleggen. Vlak na de opening van de passage ging Mirès failliet en werd overgenomen door La Compagnie d’Assurance sur la Vie. De naam van de pasage werd veranderd in Passage des Princes en was tevens de laatste van de overdekte winkelgalerijen in de periode van Napoléon III en zijn stadsvernieuwer Baron Haussmann. In 1985 is de passage bijna in zijn geheel afgebroken bij een vastgoedoperatie met betrekking tot de huizen op nr 3 en 7 van de boulevard. In 1986 werd de passage vreemd genoeg ingeschreven als monument historique In 1995 werd hij in ere hersteld door de architecten André Georgel en André Mrowiec met behoud van het glazen dak (verrière) hoewel dit nu van helder- in plaats van doorschijnend glas is, de koepel (coupole) van gekleurd glas met een decoratie van rozen uit de jaren 30, de tegelvloeren en de poorten aan de rue de Richelieu 97 en 99. Tegenwoordig is de passage een eldorado voor kinderen. Prachtige speelgoedwinkels en een Joué Club. De Cour carré is onoverdekt, De gebouwen rondom waarin het oude hotel gevestigd was zijn in 1663 gebouwd en in 1827 werd het luxe hotel er gevestigd. Dit gedeelte is in 1975 ingeschreven als historisch monument. Tot zover de geschiedenis van deze mooie passage dus nu de plaatjes:
Métro Richelieu-Drouot, lijnen 8, 9.